Ik werd vandaag uitgelachen door de caissière in de supermarkt. Haar buik schudde vrolijk op en neer vanachter de toonbank, terwijl ze haar hand voor haar mond sloeg. Ik zei: ‘Wat lach je nou?’ Ze zei: ‘Je bent zo onhandig bezig’, en ze wees met haar ogen naar het kopje koffie in mijn ene hand en het uitpuilende boodschappenmandje in mijn andere.‘Ooh’, zei ik, ‘je hebt gelijk, wat een gedoe, ik zet mijn kop koffie anders wel even neer.’Ja, dat lijkt me nou een goed idee’, beaamde ze. Ik zette mijn koffie op haar plexiglazen toonbankje.‘Onhandig zijn, story of my life..’, verzuchtte ik, een zak Elstars in mijn net te kleine tasje proppend, ‘..toen ik hier naartoe liep was ik er al weer over aan het piekeren.’‘Piekeren. Waarover dan?’, vroeg de caissière, ‘Over van alles, en over dit boodschappentasje, die is natuurlijk veel te klein, daar gaat nooit alles in passen.’‘Ja natuurlijk gaat het lukken, je moet niet zo aan jezelf twijfelen’, vuurde de caissière uit haar hart in de gaten van mijn zelfvertrouwen. Ze had het misschien alleen maar over het tasje maar het voelde als veel meer. Ik verbeet een traan.‘Als je die appels nou even apart vasthoudt?’, adviseerde de caissière.‘Oja, dankjewel’, ik tilde mijn te volle tasje op.‘Het komt allemaal goed hoor’, zei ze, ‘en vergeet je koffie niet!’